Blijkbaar had ik drie zusjes in ADI

‘Jalla bye’ roept onze taxichauffeur Jossi nadat hij Thirza en mij afgezet heeft bij de bushalte. Hij lacht ons ondertussen nog uit omdat we allebei moeite moeten doen om onze rokjes tot knielengte te rekken. We nemen namelijk de religieuze bus naar Jeruzalem. De bus stopt bij een volgende halte in Ofakim. Vlak voor de flat waar een orthodox joodse vriendin woont, waar ik een dag geleden nog in de woonkamer zat. Bij de halte stapt een vrouw in die enthousiast “Hi Thirza how are you?” door de bus heen roept. Ze is een medewerkster uit ADI Negev, de plek waar wij de afgelopen vier weken gewerkt hebben als vrijwilligers.

Thirza werkte vaak samen met de medewerkster die inmiddels naast ons plaats heeft genomen in de bus. Terwijl ze mijn kant op kijkt constateert ze dat ze mij ook wel eens in ADI Negev gezien heeft. Thirza legt uit dat ik haar zus ben en dat we na vier weken samen in ADI Negev nu nog een week samen in Jeruzalem zullen verblijven. De medewerkster reageert verrast en zegt in een mix van Engels en Hebreeuws hoe mooi ze het vindt dat Thirza en ik samen in ADI hebben gewerkt.

Het is inderdaad ook best mooi. Het was om te beginnen al een hele prestatie dat ik Thirza überhaupt met mij meekreeg naar Israël (lees: https://adi-il.de/als-je-maar-niet-denkt-dat-ik-naar-israel-ga/). Toen we na een incident met onze verloren backpacks en twee overnachtingen in Tel Aviv aankwamen in Maslul bleek dat ik voor Thirza enigszins hoge verwachtingen van het huis en het werk had geschept. Het vrijwilligershuis was er om te beginnen niet op vooruitgegaan en ik was vergeten Thirza voor te bereiden op de chaotische Israëlische manier van werken en leven.

Gelukkig was er onder de vrijwilligers erg goed gezelschap van onder andere twee Finse zussen, Venla en Aino. Als we met z’n vieren in gesprek waren met Israëli’s, kon er meestal een mooie balans gevonden worden tussen gespreksonderwerpen als “the Dutch grass” en Finse wodka. (Dat is toch weer de helft minder praten over het Nederlandse drugsbeleid).

Na enkele weken hadden we allemaal onze draai (weer) gevonden en stonden we op veel plekken bekend als de zusjes. Zowel in ADI als in Maslul vloog de tijd voorbij en werd het eigenlijk alleen maar leuker. We werden steeds hechter met de medevrijwilligers, de bewoners en de medewerkers. Een ding veranderde niet: veel medewerkers zien nog steeds niet het verschil tussen Thirza, Venla en Aino. Terwijl de enige overeenkomst is dat ze alle drie blond haar hebben.

Toen Jossi ons met de taxi ophaalde, namen we afscheid van de andere vrijwilligers waaronder Aino en Venla. Voor hen zit de tijd bij ADI Negev er nog niet op. Inmiddels zijn we in Jeruzalem aangekomen waar ik gisteren gebeld werd door een van de ADI medewerksters om af te spreken in Jeruzalem. Aan het eind van het gesprek vertelt ze dat ze Thirza nog zag lopen in ADI die ochtend. Ze vraagt zich af of Thirza ook nog naar Jeruzalem komt.

Blijkbaar had ik drie zusjes in ADI…

Door: Joëlle van Dijk

Help ADI’s kinderen meer reden tot lachen te geven

We maken een verschil in de levens van Israëlische kinderen met ernstige en complexe beperkingen, en dat kunt u ook! Door één van onze vele levensveranderende projecten te sponsoren, stelt u onze kinderen in staat om een betekenisvol leven te leiden, ongeacht de ernst van hun beperkingen.