Van maandag tot en met donderdag loop ik elke ochtend rond 07:45 samen met Liselotte richting de bus om naar mijn werkplek te gaan. Ik werk bij ADI: een Israëlische organisatie voor kinderen en (jong)volwassenen met een ernstige meervoudige handicap. Ik werk hier in een klas met vijf kinderen. Rond 08:15 worden de kinderen door twee vaste verzorgers naar de klas gebracht. Deze verzorgers blijven de hele dag. De kinderen die geen sondevoeding krijgen, krijgen eten in de klas. Ik help de verzorgers door dagelijks een meisje eten te geven. Nadat de kinderen eten hebben gekregen volgen er, afhankelijk van welke dag het is, verschillende onderdelen. We lezen met elkaar een boek, gaan naar de snoezelruimte, gymmen, knutselen, krijgen muziekles etc. Tussen de activiteiten door komen er verschillende therapeuten langs die de kinderen behandelen, voornamelijk in de klas. Rond 13:00 gaan de kinderen eten en rond 13:30 gaan de kinderen slapen en zit mijn werkdag er alweer op.
Ik ben enorm onder de indruk van de werkwijze in ADI. Een van de eerste dingen die tegen mij werd gezegd was dat je de kinderen die in ADI wonen moet behandelen alsof het je eigen kind is. Dat is iets wat in Nederland niet vaak gezegd wordt. Hier in ADI zie ik dat duidelijk terug: het personeel houdt echt van de kinderen en behandelt de kinderen alsof het hun eigen kinderen zouden kunnen zijn. Er is alle tijd voor de kinderen, de kinderen hebben bijna een-op-een begeleiding, worden voortdurend gestimuleerd in hun ontwikkeling en van stress op de werkvloer lijkt geen sprake te zijn. Het valt mij op dat alles draait om ‘ontmoeting’. Waar we in Nederland graag zo snel en efficiënt mogelijk willen (of helaas moeten) werken, missen we vaak de ontmoeting, tijd en aandacht die deze kinderen juist zo nodig hebben. Ik vind het heel bijzonder hier deelgenoot van te mogen zijn. Het werken in ADI is tegelijk totaal uit mijn comfortzone. Een doelgroep waar ik niet bekend mee ben en niet onbelangrijk, in mijn klas wordt geen woord Engels gesproken. Het was voor mij soms best even zoeken; ik uit mij verbaal en kon nu geen woord wisselen of vragen stellen. Ik ben tot de ontdekking gekomen dat daar waar liefde is, het er niet zozeer om gaat wat je zegt, wat je vaardigheden of prestaties zijn, maar dat het gaat om wie je bent! We communiceren met een lach, traan en ons hart. En… daar spreken we dezelfde taal!
Afgelopen vrijdag was de jaarlijkse marathon in Jeruzalem. Uit verschillende plekken uit Israël en uit de wereld, kwamen renners om mee te lopen met de marathon. Ook mijn werkplek, ADI, deed mee aan de marathon. Weken is hiervoor geoefend om samen met de kinderen 800 meter van de marathon te lopen. Wat was het bijzonder hier afgelopen vrijdag getuige van te mogen zijn! Kinderen in een rolstoel die buiten waren en meededen aan de marathon. Als volwaardig deelnemers!
Bij de finish raakte het mij om te zien dat zowel Jood als Arabier mee renden en zowel Jood als Arabier aan de kant de ander aan het aanmoedigen waren. Even maakte het niet meer uit waar je vandaan kwam, wat je geloofde, hoe je er uit zag of welke taal je sprak. Voor even was je gelijk, rende je samen op en voor even… werd de ander als volwaardig deelnemer gezien! Prachtig hoe sport een volk kan samenbinden!