Corona in ADI-Jeruzalem

Het is maart maar nog erg koud. Ik ben onderweg naar ADI Jeruzalem en het is opvallend rustig. Er is vrijwel geen mens te bekennen op straat, op het station en in de trein. In de trein desinfecteer ik mijn handen en lees het nieuws via mijn telefoon. Het gaat vrijwel alleen nog maar over COVID-19, het nieuwe virus. De maatregelen die de Israëlische overheid neemt om het virus in te dammen worden steeds duidelijker zichtbaar in de samenleving. Het dagelijks leven ligt stil. Mensen blijven thuis en sociaal contact wordt afgeraden. Ook hier wordt volop thuis gewerkt maar er zijn ook plekken waar fysieke aanwezigheid nodig is. Zo ook in ADI.

In ADI-Jeruzalem wonen 80 kinderen en jongvolwassenen met een ernstige meervoudige handicap. Zij hebben 24 uur per dag intensieve verzorging nodig. De kinderen in ADI hebben een zwak immuunsysteem en veel van de medische problemen zijn gerelateerd aan de longen en luchtwegen. Als het virus binnen de muren van ADI toeslaat, dan zal dit zijn tol eisen onder de kinderen. Een crisis waar wij als zorgverleners liever niet over willen nadenken. Er worden ondertussen allerlei maatregelen genomen om dit te voorkomen.

Bij de ingang van ADI wordt mijn temperatuur gecontroleerd. Een ieder met maar de geringste verhoging wordt de toegang ontzegd. Als ik mijn afdeling oploop, voel ik direct de spanning en de stress. Het leidinggevende team deelt ons mee dat er voorbereidingen zijn getroffen op verschillende niveaus. Zo zijn de deuren gesloten voor bezoekers en ook de kinderen zelf mogen het gebouw niet verlaten. Normaal gesproken komen er regelmatig vrijwilligers langs die buiten een rondje gaan lopen met de kinderen en nemen sommige ouders hun kind mee om samen te zijn met shabbat. Helaas is dit nu niet meer toegestaan wat voor moeilijke momenten zorgt bij zowel de kinderen als de ouders. De hygiëneregels zijn aangescherpt. Hygiëne is in deze situatie uiterst belangrijk. Mondkapjes, beschermende jassen en ontsmettingsmiddelen worden veelvuldig gebruikt. De voorraad slinkt…..

Ik ben bezig met het maken van 80 naambandjes. Ieder kind krijgt een armbandje met zijn/haar naam erop. Iets wat wij liever niet doen omdat ADI een thuis is voor de kinderen waar zij worden gezien. We kennen de kinderen bij naam en een naambandje is dan niet nodig. Naast mij wordt de informatie over elk kind gecheckt en geüpdated. ADI bereidt zich voor op elk scenario dus ook op het scenario dat het huidige verpleegteam uitvalt door het virus of in quarantaine moet. Externe teams zullen dan het werk moeten overnemen. Een situatie waar wij niet aan moeten denken…

Ik schuif een van de naambandjes om het armpje van een klein jongetje. Hij heeft longproblemen en krijg extra zuurstof toegediend. Hij kijkt mij aan en probeert mij duidelijk te maken dat hij geen naambandje om wil. Dit is niet normaal voor hem! Het kleine kindje heeft geen idee van wat er in de wereld speelt en heeft behoefte aan zijn dagelijkse ritme. Medische zorg, therapieën en de dagelijkse bezigheden gaan gewoon door. Maar met man en macht proberen wij er als zorgteam voor te zorgen dat de kinderen beschermd zijn tegen het gevaarlijke virus.

Auteur: Julia Burgers

Help ADI’s kinderen meer reden tot lachen te geven

We maken een verschil in de levens van Israëlische kinderen met ernstige en complexe beperkingen, en dat kunt u ook! Door één van onze vele levensveranderende projecten te sponsoren, stelt u onze kinderen in staat om een betekenisvol leven te leiden, ongeacht de ernst van hun beperkingen.